Het aantal wedstrijden
Onlangs had ik nog een interessante discussie met een Russische coach op een congres in Moskou. Het gesprek ging over het aantal wedstrijden dat voor een gewichtheffer goed zou zijn.
Veel wedstrijden goed?
Ik hoor het vaak dat veel wedstrijden goed zouden zijn voor een gewichtheffer en dan wordt vaak verwezen naar bepaalde landen zoals Bulgarije, Iran en ook Duitsland.
Wat verstaan we onder wedstrijden?
Het blijkt dat niet iedereen onder wedstrijden hetzelfde verstaat. Laten we dit eens wat nader bekijken. We kennen opbouwwedstrijden, clubwedstrijden (Bundesliga), testwedstrijden, kwalificatiewedstrijden en natuurlijk de hoofdwedstrijden zoals het EK, WK en het ultieme doel de Olympische Spelen.
Opbouwwedstrijden
Voor deze wedstrijden wordt het trainingsschema in de week voor en na de wedstrijd helemaal niet veranderd en worden op de wedstrijd de gewichten getild die op het schema aangegeven zijn.
Clubwedstrijden (Bundesliga)
Dit betekent bijvoorbeeld in Duitsland veel tot wel 12 – 14 wedstrijden per jaar. Normaal gesproken wordt hier ook niet veel zwaarder getild dan in het schema is aangegeven. Indien de atleet dit wel doet zal zijn trainingsopbouw er heel anders uit moeten zien. Hierover later meer.
Testwedstrijden
Dit zijn wedstrijden waarbij er een eerste test plaatsvindt om te controleren of alles volgens schema verloopt en de atleet zogezegd goed op koers ligt.
Kwalificatiewedstrijden
Dit is een zeer belangrijke wedstrijd aangezien hier beslist wordt wie van het nationale team uitgezonden wordt naar EK of WK. Op deze wedstrijd zullen de gewichtheffers ongeveer 98-99% van de doelprestatie weten te realiseren.
De hoofdwedstrijd
Dit zijn EK, WK en Olympische Spelen. Het moge duidelijk zijn dat op deze wedstrijden het maximaal bereikbare getild wordt. Dit is normaal gesproken niet veel meer dan op de kwalificatiewedstrijd gehaald werd die zo`n 5 – 7 weken voor de hoofdwedstrijd plaatsvond.
Zijn veel wedstrijden nu goed of juist niet?
In Rusland doet een atleet uit het nationale team ongeveer 2 – 4 wedstrijden per macrocyclus. In het geval van 4 wedstrijden zijn er twee opbouwwedstrijden die dus niet erg belastend zijn en 2 waarvan 1 de kwalificatiewedstrijd is en 1 de hoofdwedstrijd is. Indien de atleet veel wedstrijden doet en daar ook nog nagenoeg maximaal wil gaan is het niet mogelijk een goede trainingsplanning aan te houden en gaat er dus veel tijd verloren die niet gebruikt kan worden voor het opbouwen van de prestatie. In zulke gevallen trainen deze gewichtheffers licht tussen de wedstrijden in en gaan dan nagenoeg maximaal op de wedstrijden. Op deze manier proberen ze dan hun pr`s steeds te verbeteren. Het moge duidelijk zijn dat dit steeds moeilijker wordt naarmate de gewichtheffer een hoger niveau bereikt.
Conclusie
Zijn veel wedstrijden goed voor een gewichtheffer? Nee, ook niet als er niet al te zwaar wordt gegaan aangezien met deze wedstrijden ook veel reizen gemoeid is. De vaak lange reizen zijn erg vermoeiend en de kans op blessures neemt alleen maar toe.
Remco Eenink, Gewichtheftrainer
A – Trainer Bundesverband Deutscher Gewichtheber
Member Executive Board European Weightlifting Confederation – EUWC
Member Technical Committee Coaching & Science EWF
Member on the Board of Studies & Management of Weightlifting for Sports EWF/IWF
Voor info over de Milo Opleidingen voor gewichtheftrainer/krachttrainer niveau 1 t/m 4 bezoek onze website:
https://www.opleiding-personal-trainer.nl